Sommige experts in ons vakgebied zien de toekomst van WiFi somber in. Als argument gebruiken ze vaak de opmars van ‘onbeperkte’ 4G data-abonnementen en de concurrentie van nieuwe technologieën als LTE-U. Maar als je goed kijkt naar de manier waarop deze zaken zich ontwikkelen, begrijp je waarom WiFi juist weer opleeft.
Consumenten worden gelukkig van mobiele data-abonnementen zonder datalimiet en eenvoudig te gebruiken verbindingen zonder wachtwoorden. Maar ‘onbeperkt’ betekent zelden echt ‘onbeperkt’. Bij nader inzien blijkt vaak dat internet met de hoogste snelheid slechts binnen de factuurperiode beschikbaar is en bovendien tot een bepaalde datalimiet. Zodra die limiet wordt overschreden (wat bij familieabonnementen vaak al snel het geval is) krijgen gebruikers te maken met ‘throttling’: de bandbreedte wordt geknepen en de snelheid van de verbinding neemt merkbaar af.
Op de lange termijn is het aanbieden van onbeperkte data-abonnementen van hoge kwaliteit een onhoudbaar businessmodel. Naarmate de vraag naar zulke abonnementen toeneemt, zullen aanbieders hun 4G (LTE) netwerken moeten uitbreiden. De bouw van een LTE-mast kan miljoenen euro’s kosten en hoewel zo’n toren een goed bereik heeft, blijft de capaciteit beperkt. Dat is dus ook geen oplossing.
En de kleinere LTE-cellen dan, uitgerust met LTE-U/LAA, wat gebruik maakt van het 5G-spectrum dat nu voornamelijk door WiFi wordt gebruikt? LTE-U biedt een grotere capaciteit, dus er zijn al aanbieders die ermee werken. Maar in vergelijking met macrocell-masten, die enkele vierkante kilometers dekken, bereiken deze kleinere cellen daar maar maximaal een tiende van, te vergelijken met een paar stratenblokken. Dus ja, ze hebben meer capaciteit – maar het uitrollen van enkele honderden, duizenden of zelfs miljoenen van deze cellen kan uiteindelijk meer kosten dan de aanleg van een macrocell-netwerk.
Daar komen de infrastructurele problemen nog bovenop. Kleine cellen moeten daar zijn waar de gebruikers zijn. Om toestemming te krijgen voor de installatie van zo’n cel, zullen telecomaanbieders moet overleggen met stadsbesturen en vastgoedeigenaren. Logistiek is dat een serieuze uitdaging.
Laten we ook de apparaten niet vergeten. Vandaag de dag maakt 80% van de apparaten gebruik van WiFi voor een internetverbinding, terwijl maar 20% via de simkaart met het internet verbindt. Naar verwachting worden er tussen 2016 en 2021 meer dan 20 miljard WiFi chipsets verscheept. Kortom: WiFi is nog lang niet uit beeld. Daar komt nog bij dat de productiekosten voor WiFi-apparaten lager liggen, omdat in de chipsets minder silicium verwerkt is en ze op veel grotere schaal worden geproduceerd. Een chipset voor een LTE-apparaat kan vijf tot tien keer duurder zijn en daar komen vaak nog hoge licentiekosten bovenop.
Tot slot zijn bedrijven, groot, klein en in iedere sector, afhankelijk van WiFi voor het opzetten van hun Local Area Networks (LANs). WiFi is ontworpen voor LANs, terwijl LTE geschikter is voor Wide Area Networks (WANs). Daar komt nog bij dat de prestaties van WiFi snel beter worden dankzij de opkomst van 802.11ac Wave 2 en 802.11ax., zodat het nog beter is beveiligd, hotspotverbindingen eenvoudiger te leggen zijn en het netwerk meer gebruikers aankan, vooral op drukbezochte plaatsen.