Diamanti heeft in de Verenigde Staten twee patenten toegekend gekregen op naam van in totaal negen medewerkers van zijn afdeling voor onderzoek en productontwikkeling. De patenten, aangevraagd in 2017, zijn gerelateerd aan innovaties op het gebied van solid state geheugen en op het gebruik van het NVMe-protocol over een netwerk.
Het patent, geregistreerd onder het nummer 10.635.316 bij het Amerikaanse bureau voor patent- en handelsmerkregistratie, heeft betrekking op methoden en systemen voor verbeterde opslagstrategieën. Bij gebruik van een reeks opslagbronnen zoals ’solid state drives’ laten deze zich, in samenhang met convergerende ’nodes’ voor netwerk en opslag, gebruiken voor het virtualiseren van een verzameling direct dan wel indirect gekoppelde opslagbronnen.
Het patent, geregistreerd onder het nummer 10.628.353 bij hetzelfde bureau, heeft betrekking op het efficiënt en veilig gebruik van het NVMe protocol (non-volatile media-express) over een netwerk. De als NVMEoN aangeduide techniek kan een laag omvatten voor de uitwisseling van verkeer tussen de diverse ’nodes’ in een netwerk. Het protocol kan inbreken in de transmissie en garandeert daarmee de aflevering van data zonder dupliceren van het herstartproces, terwijl informatie over de status van de uitwisseling zich via een ’block’ benadering laat managen.
De gevirtualiseerde aanpak bij het beheer van storage- en netwerkverkeer richt zich volledig op de vereisten van cloud-native container applicaties (Kubernetes en Dockers), die over redundante opslagvoorzieningen moeten beschikken. De technologie zorgt voor een optimaal gebruik van systeembronnen (95% over de gehele cluster). De ’block storage’’ gebaseerd op Intel NVMe, functioneert met een uiterst lage vertraging van 100 microseconden bij het uitvoeren van lees/schrijf opdrachten en gebruikt maar voor een derde van de transactionele CPU-overhead bij SCSI-connecties. Diamanti breidt de NVMe-functionaliteit uit over de cluster met gebruik van 10 GB Ethernet-verbindingen en vergroot daarmee de mobiliteit van de data. Op deze manier ontlast de technologie IT-specialisten van de complexiteit bij het configureren van poort-mappings, netwerk-overlays en de bandbreedte. De voorhanden netwerkfaciliteiten sluiten direct aan op de bestaande netwerkinfrastructuur. Elke container krijgt automatisch een IP-adres toegewezen en kan daardoor op elk subnet functioneren.