Er zijn vast niet veel mensen die, wanneer ze zich probeerden te herinneren wat ook alweer de juiste combinatie was van de meisjesnaam van hun moeder, eerste huisdier en geboortedatum van dat ene familielid, niet hebben gemopperd op het concept wachtwoord. En toch, tientallen jaren nadat wachtwoorden voor het eerst in gebruik werden genomen om computersystemen te versleutelen, en bijna vijftien jaar nadat Bill Gates het eind van het wachtwoord voorspelde, gebruiken we ze nog steeds. Dat moet – en kan – anders.
Naar schatting zijn er circa 90 miljard wachtwoorden in gebruik, een getal dat aan het eind van deze eeuw naar alle waarschijnlijkheid de 300 miljard aantikt. Maar waarom, gezien de grote haat die veel mensen jegens wachtwoorden hebben, komen we dan maar niet van ze af? Een van de verklaringen daarvoor is simpel: ze werken.
Een wachtwoord aanmaken kost bijna niets en is heel eenvoudig. Daarnaast zijn de meeste mensen in staat om de wachtwoorden voor hun meest belangrijke diensten te onthouden (en als ze hun wachtwoord wel vergeten, is deze vaak met succes te herstellen, ook al wekt dat proces soms irritatie op). Wachtwoorden bestaan dus simpelweg nog omdat er (nog) geen beter alternatief is.
Tot nu, dan. De opkomst van het consumentengebruik van biometrische technologie kan weleens het eind van het wachtwoord betekenen. Van spraakherkenning tot vingerafdrukken en van irisscanners tot gezichtsherkenning – biometrische identificatie is een manier van identificeren die – in tegenstelling tot wachtwoorden – uniek is aan een persoon, en deze gegevens kunnen niet verloren raken of vergeten worden. Je hebt namelijk maar één set vingerafdrukken, en die kun je met niemand anders delen.
Hoewel biometrische identificatie al sinds de eerste keer dat een computergebruiker werd gedwongen een alfanumerieke combinatie te creëren werd geopperd als opvolger van het wachtwoord, lijkt dat nu echt te staan gebeuren.
Aangezien biometrische identificatie eenvoudiger in het gebruik is dan wachtwoorden, komt het vast niet als een verrassing dat consumenten aangeven dat deze vorm van identificatie de voorkeur heeft. Consumenten accepteren steeds vaker het idee van biometrische identificatie, en daar spelen securitybedrijven en tech-leveranciers maar graag op in. Niet alleen omdat ze willen voldoen aan de vraag van hun klanten, maar ook omdat biometrische identificatie op het gebied van security in veel opzichten veiliger is dan het gebruik van wachtwoorden.
Zo maken veel gebruikers zich schuldig aan het gebruik van zwakke wachtwoorden, recyclen van wachtwoorden en opschrijven van wachtwoorden. Dat zijn zaken die met biometrische identificatie niet voorkomen. Maar er zijn nog meer factoren die bijdragen aan de toenemende populariteit van deze vorm van identificatie.
Allereerst voegen steeds meer smartphone- en tabletfabrikanten biometrische scanners toe aan hun hardware. Steeds meer consumenten zijn dan ook in staat om hun identiteit te bevestigen aan de hand van hun vingerafdruk of gezicht. En hoewel laptops al sinds het begin van de jaren 2000 over vingerafdrukscanners beschikken, nam deze ontwikkeling pas echt vlucht toen bedrijven als Apple en Samsung ze gingen toevoegen aan hun smartphones.
De toevoeging van biometrische scanners aan smartphones heeft een ware kettingreactie veroorzaakt. Hoe meer smartphones en tablets zijn voorzien van dit soort scanners, hoe goedkoper de scanners worden – een vicieuze cirkel die ervoor heeft gezorgd dat ook goedkopere apparaten nu over biometrische scanners beschikken. Daardoor is de technologie nu toegankelijk voor een groter aantal gebruikers.
Op vergelijkbare wijze hebben ook de eisen aan en initiatieven rondom biometrische identificatie zich ontwikkeld, waardoor biometrische security nog breder verspreid raakt.
Na decennialang moeite te hebben gehad met herinneren of dat symbool of die hoofdletter nu eerst kwam, komt er mogelijk nu écht een eind aan het wachtwoord. En begint het tijdperk van de biometrische identificatie.