Maar liefst 81 procent van alle IT-storingen, zoals vertragingen of uitval van computersystemen en netwerken, wordt veroorzaakt door incorrecte of niet-geoptimaliseerde parameterinstellingen. Slechts in 3 procent van alles cases bleek een hardwareprobleem de oorzaak. Ook valt op dat in slechts 14 procent van de gevallen wordt ingezet op preventie of monitoring van de IT performance.
Dit blijkt uit onderzoek van het Nederlandse bedrijf ITPA Group, dat 140 grote IT-storingen heeft onderzocht. ITPA is gespecialiseerd in performance management en voert ieder jaar een onderzoek uit waarin wordt bekeken wat de oorzaken zijn van IT-storingen, vertragingen en systeemuitval. Het onderzoek omvat dit jaar 140 cases waarbij een IT-storing optrad. Dit varieerde van vertraging, instabiliteit/uitval tot volledige downtime van (delen van) de IT-omgeving. Hierbij wordt gekeken naar de totale IT-omgeving (zowel hardware- als software) en de aard van de storingen.
Verkeerde parameterinstellingen verhelpen
Parameters zijn instellingen die cruciaal zijn voor het goed werken van software. Veelal zullen ‘default’ parameterinstellingen initieel voldoen. Deze suboptimale startpositie gecombineerd met het feit dat de IT-omgeving vervolgens steeds wijzigt (door uitbreidingen, vervanging, patches en updates) zijn de instellingen niet meer optimaal en veroorzaken zelfs vertragingen, instabiliteit en complete uitval van systemen.
“Doordat parameters slechts initieel worden ingesteld en er daarna geen aandacht meer aan wordt geschonken doen organisaties zichzelf flink tekort. Relatief makkelijk is een optimalisatie uit te voeren en daarmee uitval van IT-systemen en improductiviteit binnen de organisatie te voorkomen”, aldus Tjeerd Saijoen, oprichter en CTO van ITPA Group.
Resultaten onderzoek
- In 81 procent van de onderzochte cases betrof het incorrecte of niet-geoptimaliseerde parameterinstellingen. Dit betekent dat door installatie van software (OS, applicaties, databases, etc.) uiteindelijk verkeerde parameters van kracht zijn.
- In 9 procent was de hoofdoorzaak te wijten aan databases. Het betrof hier veelal onjuist gebruik van ‘indexing’.
- In 6 procent was er sprake van vertragingen veroorzaakt door applicaties. Denk hierbij aan zware applicaties zoals ERP- en CRM-systemen.
- 4 procent van de IT performance issues komt door de hoeveelheid data op het netwerk die een te grote ‘workload’ veroorzaakt.
- In 3 procent van de zaken was er een hardwareprobleem. Dit kan zijn veroorzaakt door bijvoorbeeld switches, routers, load balancers of firewalls. Dit percentage is laag omdat organisaties veelal maatregelen hebben genomen, zoals het redundant uitvoeren van cruciale systemen.
- In slechts 2 procent van de gevallen was er sprake van te weinig infrastructuurcapaciteit (bijvoorbeeld servers) om de transacties met de gewenste snelheid te kunnen voltooien.
In enkele gevallen was er sprake van een combinatie van oorzaken.
Veel organisaties werken reactief
Opvallend is dat veel organisaties blijken te wachten totdat er een storing optreedt en geen voorzorgsmaatregelen treffen. In slechts 14% van de onderzochte storingsgevallen was er sprake van preventie of (beperkte) IT performance monitoring. “Veelal is niet bekend wat een uur downtime kost en wordt er bespaard op preventieve maatregelen. Bij een bedrijf met een omzet van bijvoorbeeld 40 miljoen, is één uur downtime al goed voor een bedrag van zo’n 19.230 euro omzetderving. Dat staat nog los van bijkomende kosten om het euvel te verhelpen. Vaak is euvel achteraf herstellen een tijdrovende klus die vele dagen kan duren. Zodra dat bekend is, komen bedrijven pas in actie. Het besef hiervan staat in Nederland nog in de kinderschoenen”, zo stelt Tjeerd Saijoen.