“Ik wil dat bedrijven verantwoordelijk en zindelijk omgaan met mijn informatie. Niet omdat ze dat graag willen, maar omdat de wetgever hen daartoe verplicht. Blijkbaar droom ik”. Dit is de opvallende quote waarmee “De Standaard” journalist Dominique Deckmyn op 27 augustus ll. zijn artikel over Facebook en de Europese privacywetgeving, overigens met als niet mis te verstane titel “Machteloos”, samenvatte.
Europa dekt zich in
Deckmyn weidt in zijn artikel uit over het feit dat Facebook eerder vorige week besliste dat het zich uw gsm-nummer en uw Whatsapp-contacten zal toe-eigenen, zonder dat u daar ook maar iets aan kan doen. Behalve stoppen met Facebook en/of Whatsapp uiteraard. Nochtans liet men bij de overname van Whatsapp door Facebook twee jaar geleden anders uitschijnen. Helaas moeten de 20 miljard euro, die Facebook betaalde voor Whatsapp renderen, zo redeneert Mark Zuckerberg. Deckmyn hekelt zijn artikel ook de falende Europese wetgeving: “Ja, Europa zal erop toezien dat Facebook en Whatsapp hun gebruikers correct en volledig informeren over wat er met hun gegevens gebeurt, via een leesbaar document en een duidelijk zichtbare knop waarop we ‘ja’ of ‘nee’ kunnen klikken. Dat is namelijk de kern van onze privacywetgeving, zowel de huidige als de vernieuwde: als de gebruiker ‘ja’ zegt, mag alles … Het moment dat Europa echt iets had kunnen doen, is al lang gekomen en gegaan. Namelijk: de overname van Whatsapp door Facebook had nooit mogen gebeuren. De marktleider toelaten om de nummer twee, zijn grootste uitdager, op te kopen, hoe viel dat te rijmen met antitrustwetten?”
Dan maar stoppen met Facebook?
Betekent dit nu dat we met z’n allen best stoppen met het gebruik van Facebook en/of Whatsapp? Tja … Ik heb zelf jarenlang geprobeerd Facebook te vermijden, maar eerlijk gezegd, als je niet in een sociale isolatie positie terecht wil komen, dan ben je wel verplicht te “Facebooken”. Facebook is de laatste jaren onweerlegbaar het middel geworden voor communicatie en informatie-uitwisseling binnen groepen die een gemeenschappelijk belang of interesse delen. SMS en email zijn definitief naar de achtergrond verdrongen hiervoor, zeker door de jongere generaties. Zij “facebooken” dat een lieve deugd is.
Niet echt een optie …
Ook professioneel is het maar de vraag of je Facebook kan vermijden. Zo werd ik recent door een medewerker van een instelling binnen de bijzondere jeugdzorg geconfronteerd met de vraag wat mijn aanbeveling zou zijn voor het gebruik van Facebook binnen de instelling voor de communicatie met de jongeren die men begeleidt. Het was nu eenmaal een feit dat de jongeren bijna uitsluitend communiceren via Facebook en dat, als men daar als begeleider niet aan deelneemt, men een (aanzienlijk?) deel van de leefwereld van de jongeren mist. Mijn eerste reactie was, zoals ik ook altijd adviseer aan leerkrachten: aanvaard geen vriendschapsverzoeken van leerlingen en stuur al helemaal zelf geen vriendschapsverzoeken aan leerlingen. Maar de realiteit in een instelling voor integrale jeugdzorg gaat natuurlijk een stuk verder. Je probeert jongeren mee terug op de goede weg te zetten, en dan is het toch wel nodig je als begeleider in te leven in de leefwereld van de jongeren. En sowieso maak je er een belangrijk deel van uit. Dus uiteindelijk was het oordeel dat je niet, zoals sommige instellingen wel doen, kan weg blijven van Facebook, maar best wel een onderscheid maakt tussen een Facebook-account, die je privé gebruikt, en een Facebook-account voor professioneel gebruik. Beide combineren lijkt me echt iets dat best te vermijden is. Want hoe slaag je er dan nog in privé van professioneel te onderscheiden?
Rudi Lenaerts is voorzitter van Belgium Cloud