Uit het rapport ‘The State of Enterprise AI and Modern Data Architecture’ van Cloudera blijkt dat bedrijven wereldwijd in hoog tempo kunstmatige intelligentie inzetten, maar dat de werkelijke waarde van die toepassingen nog vaak onbenut blijft. De studie, uitgevoerd door onderzoeksbureau Researchscape in opdracht van Cloudera, geeft een genuanceerd beeld van de stand van zaken: AI wordt breed toegepast, maar oude of gefragmenteerde data-infrastructuren vormen een belangrijk obstakel voor verdere groei.
Volgens de onderzoekers van Cloudera maakt inmiddels 88 procent van de ondernemingen gebruik van AI-toepassingen. Vooral afdelingen als IT, klantenservice en marketing profiteren van de technologie, bijvoorbeeld via chatbots, voorspellende analyses en geautomatiseerde processen. Bedrijven noemen verbeterde klantervaringen, een hogere operationele efficiëntie en snellere besluitvorming als belangrijkste voordelen. Toch blijkt dat de schaal waarop AI daadwerkelijk in de organisatie doordringt nog beperkt is. Meer dan een derde van de ondervraagde IT-leiders geeft aan dat slechts een klein deel van hun medewerkers met AI werkt.
De rol van kosten
Kosten spelen daarbij een grote rol. Integratiekosten, dataopslag en de risico’s van datalekken worden genoemd als de grootste financiële drempels. Daarnaast zegt 38 procent van de respondenten dat het ontbreekt aan voldoende kennis en training om AI effectief te beheren. Om dat te verhelpen investeren bedrijven in opleidingsprogramma’s, samenwerking met universiteiten en deelname aan open-sourcegemeenschappen. Toch blijft de fundamentele uitdaging volgens de onderzoekers van Cloudera liggen bij de data zelf.
De kwaliteit, beschikbaarheid en betrouwbaarheid van data zijn bepalend voor het succes van AI. Het rapport laat zien dat de meeste organisaties data opslaan in private clouds (81 procent), gevolgd door public clouds en on-premises omgevingen. Deze hybride realiteit zorgt voor complexiteit: bedrijven worstelen met beveiliging, governance, en de beheersing van datakosten. Zo noemt 66 procent dat beveiliging en betrouwbaarheid de grootste zorg vormen, terwijl 48 procent groeiende beheerkosten ervaart. Nieuwe wetgeving, zoals de Europese Digital Operational Resilience Act (DORA), vergroot de druk om datastromen transparanter en veiliger te maken.
Slecht 17% werkt volledig datagedreven
Hoewel 94 procent van de respondenten zegt hun data te vertrouwen, blijkt uit dezelfde enquête dat slechts 17 procent van de organisaties volledig datagedreven werkt. Veel bedrijven beschikken over data die verspreid is over afdelingen en silo’s, waardoor cruciale informatie moeilijk toegankelijk blijft. Maar liefst 73 procent geeft aan dat hun data niet goed verbonden is, en 40 procent zegt als enige te weten waar bepaalde datasets zich bevinden. “Hoe kan een organisatie echt datagedreven zijn als de data gefragmenteerd en lastig te bereiken is?”, vragen de onderzoekers van Cloudera zich retorisch af.
Een mogelijke oplossing ligt in de modernisering van data-architecturen. Moderne data-omgevingen combineren de kracht van datawarehouses en datalakes tot zogenoemde ‘lakehouses’, waarin data – gestructureerd of ongestructureerd – beter te integreren en te beheren is. Deze architecturen bieden niet alleen schaalbaarheid en flexibiliteit, maar versterken ook de beveiliging en compliance. Volgens de studie ziet 71 procent van de bedrijven databeveiliging als de belangrijkste meerwaarde van een hybride data-architectuur, gevolgd door betere data-analyse en efficiënter databeheer. Bedrijven die al een lakehouse inzetten rapporteren bovendien een hogere operationele efficiëntie en lagere beheerkosten.
Interessante geografische verschillen
Het rapport schetst ook interessante geografische verschillen. In landen als Italië, Spanje en Brazilië ligt het AI-gebruik bijzonder hoog, met percentages boven de 90 procent. Toch is er ook hier een duidelijke kloof tussen optimisme en realiteit. Zo beschouwen Braziliaanse respondenten hun organisatie vaker als “zeer datagedreven” dan bijvoorbeeld Franse of Duitse bedrijven. Overal ter wereld geldt echter dat generatieve AI – denk aan grote taalmodellen en beeldgeneratoren – de populairste vorm van kunstmatige intelligentie is. Ongeveer tweederde van de ondervraagde organisaties gebruikt generatieve toepassingen, vaak in combinatie met voorspellende modellen.
Volgens de onderzoekers van Cloudera blijft vertrouwen in data de sleutel tot succesvolle AI-implementatie. AI is immers slechts zo goed als de kwaliteit van de data waarop het is getraind. Bedrijven die hun data-infrastructuur moderniseren, creëren niet alleen meer inzicht, maar ook veerkracht voor de toekomst. Moderne data-architecturen maken het mogelijk om snel in te spelen op veranderingen, risico’s te beperken en beter onderbouwde beslissingen te nemen.
De studie besluit met een duidelijke boodschap: het potentieel van enterprise-AI is groot, maar alleen organisaties die investeren in moderne, veilige en goed beheerde datafundamenten zullen dat potentieel volledig benutten. Daarmee vormt data niet alleen de brandstof voor kunstmatige intelligentie, maar ook de sleutel tot duurzame innovatie. Zoals de onderzoekers van Cloudera samenvatten: bedrijven die hun datalandschap toekomstbestendig maken, hebben de beste papieren om zich te onderscheiden in een steeds competitievere wereld.