Backup-strategie cruciaal voor succes virtualisatie

20 oktober 2021

Virtualisatie biedt grote voordelen. Toch zien we dat virtualiseren nog lang niet altijd de standaard aanpak is binnen de IT-strategie van veel organisaties. Een belangrijke uitdaging zit ‘m in het kiezen van de juiste backup-strategie.

Virtualisatie is natuurlijk al lang geen nieuw concept meer. Uit vrijwel ieder onderzoek naar de penetratiegraad van virtualisatie-tools komen hoge percentages naar voren. Wie echter goed naar de cijfers kijkt, ziet dat er weliswaar erg veel IT-afdelingen zijn die tools voor virtualisatie hebben aangeschaft, maar dat het daadwerkelijk toepassen van deze voorzieningen vaak nog in de kinderschoenen staat. Anders gezegd: men heeft weliswaar virtualisatieprojecten gedaan, maar de mate van virtualiseren is soms nog erg beperkt. 

Voor- en nadelen

Om te begrijpen waarom dit zo is en hoe we dit probleem kunnen oplossen moeten we eerst even terug naar de basis. Onder virtualisatie verstaan we het loskoppelen van IT-toepassingen en de hardware waarop deze zijn geïnstalleerd. In de klassieke IT-aanpak werd voor iedere serieuze applicatie – business software, een database-omgeving, noem maar op – een aparte hardwarematige server gekozen. Dat had een groot voordeel: als een applicatie een storing vertoonde kon de software of wellicht zelfs de hardware eenvoudig opnieuw gestart worden en was in veel gevallen het probleem verholpen.

Maar deze aanpak kende ook belangrijke nadelen. Vaak benut die ene applicatie namelijk maar een klein gedeelte van de totale capaciteit van de server waarop deze is geïnstalleerd. De rest van de verwerkingscapaciteit wordt simpelweg niet gebruikt. Een ‘utilisation rate’ van slechts 5 of 7% is dan – zeker als het om Windows-servers gaat – helemaal geen uitzondering. Met als gevolg een forse verspilling van hardware, maar natuurlijk ook van geld. 

Ruimtegebrek

Voor veel organisaties komt daar nog een extra probleem bij. Al deze maar deels in gebruik zijnde servers vereisen veel ruimte in de server room of het datacenter. In onze steeds meer digitaliserende wereld is die fysieke ruimte vaak simpelweg niet beschikbaar. 

Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld elektriciteit. Op steeds meer locaties is nog maar nauwelijks voldoende stroom beschikbaar. Nog meer apparatuur in ons datacenter plaatsen is ook vanuit dat oogpunt vaak niet verstandig. Als het al mogelijk is.

Virtuele servers

Virtualisatie biedt hier een mooie oplossing voor. Door de fysieke hardware van de server te virtualiseren kunnen we meerdere virtuele severs – anders gezegd: servers gebouwd in software – op deze hardware plaatsen. Door meerdere van deze zogeheten virtual machines of VM’s op een fysieke server te installeren, ontstaat natuurlijk een mooie kans om de hardwarematige capaciteit van die server veel beter te benutten. 

Hierdoor worden ineens benuttingspercentages van 40 of 50% haalbaar. Dat levert direct belangrijke voordelen op: minder ruimtebeslag, terwijl de server veel beter wordt benut waardoor ook de eigenaar van de server meer value for money krijgt. Het wordt bovendien mogelijk om virtuele servers ‘op te pakken’ en te verplaatsen naar fysieke servers die de meeste capaciteit beschikbaar hebben of wat betreft specificaties misschien beter geschikt zijn voor een bepaalde VM.

Duurzamer

Onderzoek in Nederland heeft laten zien dat er echter nog een groot voordeel aan virtualiseren zit: duurzaamheid. Anders gezegd: door slim te virtualiseren kan de enorme groei in het energieverbruik van ICT en datacenters aanzienlijk beperkt worden. Zeker als bij de keuze van de fysieke hardware rekening wordt gehouden met het soort VM’s dat op deze hardware gedraaid gaat worden. Het op een weldoordachte manier groeperen van VM’s op bepaalde fysieke servers draagt hier zeker aan bij. Dit groeperen kan dan het beste gebeuren aan de hand van de specifieke kenmerken van de applicaties die in de VM’s zijn geïnstalleerd. Proeven bij onder andere KPN laten zien dat hierdoor tientallen procenten aan energiebesparing mogelijk zijn.

Backup-strategie

Ondanks alle voordelen zien we dat het gebruik van virtualisatie in sommige branches en sectoren echter nog wat tegenvalt. Zoals gezegd, vrijwel iedere enterprise-organisatie en ook steeds meer kmo’s passen weliswaar virtualisatie toe, maar hebben deze aanpak nog niet als de standaard aanpak ingevoerd. 

Vaak spelen hierbij niet zozeer technische argumenten, maar gewoontes en best practices die zijn ontstaan in de tijden van de klassieke IT. Zo speelt er bij veel IT-afdelingen een probleem rond de backup-strategie. Wanneer we overstappen op een gevirtualiseerde IT-omgeving dienen we ons namelijk ook af te vragen hoe we om moeten gaan met het maken van backups van de data die in de diverse VM’s zijn opgeslagen. Blijven we vasthouden aan de oude gewoontes en maken we dus een backup van de fysieke server? Of kiezen we voor een aanpak die is geoptimaliseerd voor het maken van backups per VM en waarbij we iedere VM individueel backuppen?

Belangrijk probleem

De meeste backup-beheerders zien nadat zij bijvoorbeeld VMware vSphere 7 in gebruik hebben genomen niet direct een noodzaak om hun backup-strategie te wijzigen. Ze implementeren agent- of clientsoftware op elke VM alsof het een fysieke machine is. Die aanpak werkt weliswaar, maar levert vaak ook technische problemen op omdat men zich onvoldoende realiseert dat het maken van backups in een gevirtualiseerde omgeving anders is dan in een omgeving met uitsluitend fysieke hardware.

Een voorbeeld van een probleem waarmee we te maken kunnen krijgen, is het feit dat backup-software is geoptimaliseerd om in korte tijd van zoveel mogelijk servers een backup te maken. Hierdoor kan gemakkelijk de I/O-capaciteit van een server waarop meerdere VM’s zijn geïnstalleerd overweldigd raken. Stel dat vanaf dezelfde fysieke server 10 VM’s gelijktijdig proberen een backup te maken. Veel servers beschikken simpelweg niet over voldoende I/O-capaciteit om al dat dataverkeer te kunnen verwerken.

Geoptimaliseerde tool kiezen

In iets meer detail is dit wat er vaak gebeurt. De agent- of clientsoftware die op elke VM wordt geplaatst scant de server op nieuwe gegevens op blok- of bestandsniveau en maakt er een back-up van op het volgende geplande backup-moment. Deze software wordt meestal gepresenteerd als ‘lite’, waarmee gesuggereerd wordt dat er weinig systeembronnen worden gebruikt. Vaak geven vendoren aan dat hun backup-clients ongeveer 2% van de system resources gebruiken. Dit percentage geeft echter niet het resource-gebruik weer op het moment de agent daadwerkelijk de backup uitvoert. Dan is het gebruik van systeembronnen veelal beduidend hoger. Vermenigvuldig dat met het aantal VM’s en het zal duidelijk zijn dat er een serieuze mismatch bestaat tussen de vraag naar systeem resources en de beschikbaarheid daarvan.

Het maken van backups van een gevirtualiseerde IT-omgeving is voor veel IT-afdelingen een lastige kwestie. Vaak beschikt de storage- of backup manager ook niet over de juiste kennis om dit probleem zelf aan te pakken. Daarom is het in vrijwel alle gevallen beter om een voor Virtual Machines geoptimaliseerde backup-oplossing aan te schaffen. Dat betekent weliswaar investeren in een nieuwe backup tool, maar de voordelen – snelheid, optimalisatie per VM, impact op de beschikbare system resources enz – wegen veelal meer dan voldoende op tegen deze extra kosten die met een dergelijke tool gepaard gaan.  

Robbert Hoeffnagel

Robbert Hoeffnagel

Editor @ Belgium Cloud

Pin It on Pinterest

Share This