Door Luc Costers, Sales Director bij Nutanix
Er was een tijd, niet eens zo lang geleden, dat iedereen – vooral de minder technisch gerichte werknemers – de publieke cloud in wilde als ultieme antwoord op al hun digitale behoeften. Intussen hebben bedrijven ontdekt dat niet alle workloads financieel en technisch geschikt zijn voor de publieke cloud. Gelukkig is er een alternatief, en daarvoor hoeft u niet eens zo ver te zoeken.
Het verhaal is al vaker verteld: het succes van de publieke cloud en van Software as a Service is vooral te danken aan de niet-technische medewerkers bij bedrijven. Zij zagen in de cloud een snelle oplossing voor hun bedrijfsbehoeften wanneer de eigen interne IT-afdeling er niet in slaagde om voldoende snel een antwoord te bieden op hun noden. Cloud-oplossingen werden bovendien geprezen om hun lage kostenplaatje.
Maar intussen zijn een aantal voorspellingen al te rooskleurig gebleken. Op langere termijn bekeken, blijken cloud-oplossingen vaak duurder uit te vallen dan de software die door de eigen ICT-afdeling ter beschikking wordt gesteld. De publieke cloud blijkt ook vaak net niet wat de business-klant ervan verwachtte. Goed genoeg voor workloads zoals mail en agenda, dat wel, maar als het erop aankomt om de toepassingen te draaien die echt het verschil maken, of om cruciale bedrijfsprocessen te ondersteunen, blijkt de publieke cloud vaak ontoereikend. Het landschap van de toepassingen vereist een grondige analyse. Gebaseerd op elementen als complexiteit, al dan niet variabele workload, specifieke software-gedreven flexibele beveiliging (microsegmentatie) en andere, zal een prijsbewuste en (inspannings)optimale keuze gemaakt kunnen worden tussen de private en publieke cloudomgeving.
Terugkeer, maar geen stap terug
Dan maar terug naar de eigen ICT-infrastructuur? Maar betekent dat dan geen stap terug? Niet noodzakelijk, want de ICT-sector heeft intussen niet stilgezeten. Tegenwoordig zijn er oplossingen voorhanden voor bedrijven waarmee de ICT-afdeling de interne klanten kan ondersteunen zoals de publieke cloudleveranciers dat ook doen: met snelle levertijden, aanpasbaar aan de actuele behoeften, zonder dat hiervoor hardware moet worden bijgekocht of afgeschreven.
Typerend voor die nieuwe technologie is onder meer een geïntegreerde architectuur die komaf maakt met complexe combinaties van storage-, netwerk- en servercomponenten. Deze infrastructuur moet overgoten worden met een virtualisatiesaus, waardoor toepassingen en data moeiteloos van de ene component naar de andere kunnen worden verplaatst. Tot slot wordt dit geheel beheerd via een management console die de beheerders een transparant zicht biedt op alle activiteiten binnen de infrastructuur, op de mogelijke problemen, en – indien geïntegreerd met een kostenanalysetool die ook nog compliancy-controle uitvoert – op de kostprijs van elke toepassing.
Gewapend met een dergelijke omgeving kunnen IT managers en hun teams veel beter concurreren met de publieke clouds. De flexibiliteit van de nieuwe omgeving maakt het mogelijk om veel sneller nieuwe toepassingen draaiende te krijgen. En om deze terug uit de lucht te halen indien nodig. De integratie van nieuwe toepassingen met de bestaande omgeving wordt veel eenvoudiger dankzij de virtualisatielaag die over alle toepassingen wordt gegoten en die koppeling met externe toepassingen en processen vereenvoudigt.
De operations optimalisatie wordt nu bovendien doorgetrokken naar de andere zijde van het IT departement. Er worden automatisatietools aangereikt die het team van ontwikkelaars helpen om drastisch performanter te worden door automatisch geprovisioneerde containers, door sterk geoptimaliseerde bestandssystemen enz. In het verleden kon je je vragen stellen over het aaneenschrijven van devops: ontwikkeling en operations waren lang niet zo close als hiermee werd gesuggereerd. De IT-technologie van vandaag brengt beide teams wel steeds dichter bij elkaar onder een deken van efficiëntie en disruptieve krachten.
Last but not least: de IT-afdeling beschikt over exacte cijfers rond de totaalkost van elke applicatie. Door intelligente meet-applicaties zoals Beam, kan een niet efficiënt gebruik (gereserveerd versus gebruikt – financieel model – compliancy – ….) sneller ontdekt worden en kunnen IT-teams op zoek gaan naar hybride alternatieven. Zo worden gelijkmatige werkstromen vaak beter in een private cloud geplaatst en applicaties met een zeer fluctuerende workload eerder in een public cloud.
Het bijkomende voordeel voor de IT-afdelingen is dat ze nu zelf het heft in handen kunnen nemen: “die software die jullie nu in de publieke cloud draaien? Die kunnen wij evengoed draaien, maar dan veel goedkoper.” Zelfs als de business-klant van deze cloud-toepassing niet meteen overtuigd is, dan nog is de kans groot dat het managementteam hier wel oren naar heeft.
Van ‘part of the problem’ naar ‘part of the solution’
Zo wordt de eigen IT-afdeling voor sommige workloads niet alleen het ideale alternatief voor de publieke cloud, tegelijk ontpopt het IT team zich ook nog tot de gedroomde partner voor wie bepaalde toepassingen (vaak terecht) toch nog steeds liever in de cloud houdt. De kernapplicaties en cruciale processen binnenshuis houden, terwijl de minder kritieke toepassingen in een publieke cloud worden gezet? Geen probleem in deze nieuwe omgeving: de IT-afdeling beschikt over het nodige om alles moeiteloos te laten draaien en met elkaar te integreren.
“If you’re not part of the solution, you’re part of the problem”, klinkt het vaak. In dit geval kan je dit omdraaien: de IT-afdeling was een deel van het probleem omdat ze de business-collega’s naar de publieke cloud hebben gejaagd, nu worden ze ‘part of the solution’ waarbij het beste van publieke cloud en eigen infrastructuur moeiteloos naast elkaar wordt aangeboden.