Het huidige bedrijfsklimaat wordt steeds vaker gekenmerkt door technologie en bestaande businessmodellen worden door de technologische evolutie ondermijnd. Er zijn nieuwe spelers op de markt die wel de technologische mogelijkheden gebruiken en de bestaande bedrijven met bestaande businessmodellen aanvallen. Het verbaast dan ook niet dat alle bedrijven, zowel nationaal als internationaal, de mond vol hebben van digitale transformatie. Want wie stilstaat, verliest zijn greep op de markt. Zo’n digitale transformatie gebeurt natuurlijk niet zonder slag of stoot. Zelfs multinationals die in het verleden al hun bedrijfsprocessen en -systemen op orde hadden, moeten mee.
Bij Ahold, het moederbedrijf van onder meer Delhaize en Albert Heijn, hebben ze zich ongetwijfeld goed achter de oren gekrabd toen ze hoorden dat het online platform Amazon de Amerikaanse retailer Whole Foods Market overnam. Amazon beschikt over immens veel big data en analytics, en kent de consumentenpatronen en -bewegingen als geen ander. Amazon biedt nu bijna alle producten die in de supermarkt verkrijgbaar zijn ook via zijn website aan. Klanten kunnen hun boodschappen laten bezorgen, maar ook gewoon ophalen in de supermarkt, samen met alle andere producten die ze via Amazon besteld hebben. Op die manier wordt Amazon een nieuwe, en meteen een heel grote, speler op de retailmarkt. Technologie zorgt er dus voor dat er nieuwe mogelijkheden ontstaan om verouderde businessmodellen aan te vallen en klein te krijgen.
Waarschijnlijk was Ahold al bezig met zijn digitale transformatie, maar was hun model nog steeds traditioneel: producten aankopen om ze daarna in hun points of sales (of gewoon over winkel of schappen hebben??)uit te stallen en te verkopen. Tot voor de overname lag Ahold maar half wakker van Amazon en hadden ze andere uitdagingen, maar nu komt daar de zorg bij dat Amazon klanten bij hen zal wegtrekken. Dat is andermaal het bewijs dat relatief nieuwe spelers een groot voordeel kunnen hebben, vooral als ze financieel ontzettend sterk en optimaal gebruik maken van de technische mogelijkheden staan. Ahold – natuurlijk ook geen klein bier – zal het ongetwijfeld wel uitzweten, maar wie zich op de lange termijn niet aanpast, kraakt. Om relevant te blijven, moeten bedrijven zich volledig heruitvinden en het over een andere boeg gooien.
Bi-modal approach
Een van de manieren om dat te doen, gebeurt via het zogenaamde ‘bi-modal’-model. Digitaal werken is ondertussen de nieuwe norm, maar elke business heeft wel nog een historiek die ondersteund wordt door de bestaande systemen en processen. Het is onmogelijk om die historiek van de ene op de andere dag te switchen naar een digitale strategie, want ook dat vraagt ondersteuning. Er is een transformatie nodig, en idealiter gebeurt die op een tweeledige manier. In de eerste plaats moet de businesscontinuïteit verzekerd blijven (de zogenaamde mode 1), en dat terwijl er op hetzelfde moment ook een digitale manier van werken moet worden ingericht (de zogenaamde mode 2).
Er is met andere woorden nood aan een strategie om het bestaande voort te zetten zodat er geen impact is op de business en de cijfers, en anderzijds moeten de nieuwe, digitale vormen al toegepast worden. Daarvoor zijn er andere manieren, zoals bijvoorbeeld DevOps en agile, maar beide modes opereren wel naast elkaar. Zo’n digitale transformatie behelst dan ook alles: hoe worden businessstrategieën opgezet, hoe gaat een bedrijf van de huidige situatie naar de nieuwe, hoe gaan mensen ermee om en wat betekent dat met security, processen en investeringen?
Hybrid approach
Op een gegeven moment zal elk bedrijf digitaal zijn. Het woord transformatie zal verdwijnen: ze zijn digitaal of ze zijn het niet. Als bedrijven compleet digitaal zijn, spreken we niet meer van bi-modal, maar van een digitale organisatie waarin er hybride gewerkt wordt, zonder dat het ene noodzakelijk aan het andere gekoppeld is. Hybride is iets wat bedrijven altijd kunnen toepassen in een IT-sector en hangt af van bedrijf tot bedrijf. Stel dat we in een volledig digitale wereld leven, wil een bedrijf dan volledig afhankelijk zijn van bijvoorbeeld Google of Microsoft? In de toekomst leidt dat tot nog twee grote spelers op de markt: de hele grote met oligopolische machten en de kleine nichespelers. Het middenveld zal volledig verdwijnen. Voor bedrijven komt het er dan op aan om een trusted advisor te hebben die in staat is om die twee verschillende werelden aan elkaar te knopen en bedrijven onafhankelijk advies geeft.
Voor- en nadelen op een rij
Als bedrijven niet op de kar van digitale transformatie springen, dan komen ze er niet meer aan te pas. En dat maakt het meteen ook onmisbaar. Digitale transformatie is absoluut noodzakelijk om morgen nog relevant te zijn en te kunnen inspelen op de concurrenten, de markt en de veranderingen. Een ander voordeel is dat er met digitale transformatie een enorme kostenbesparing te weeg gebracht wordt.
Maar hoe zit dan met bijvoorbeeld security? Je hebt enerzijds de oude wereld die nog beveiligd moet worden, maar anderzijds ook de nieuwe wereld met al zijn complexiteit. De traditionele vorm van security-denken is hoe dan ook achterhaald. De nieuwe wave van security controleert meer user-based en komt niet meer uit de informatie vanuit een bepaalde plaats. En met cybercrime krijg je nog een heel andere vorm. Ook moet er een grote nadruk liggen op hoe er omgegaan kan worden met data, devices en informatie, want AI of Internet of Things kan gehackt worden en conversaties opgenomen. Er moet dus veel belang aan worden besteed.
Een andere valkuil voor bedrijven die willen transformeren, is dat ze vergeten dat ze ook eerst moeten innoveren voordat ze de overstap kunnen maken. Zonder innovatie bestaat het gevaar dat er geen goede oplossing uit de bus komt.
Breekpunt?
Het gaat vandaag de dag zo snel dat het eigenlijk onrustwekkend wordt. Omdat het allemaal zo snel gaat zorgen we er nu voor dat AI het in de toekomst zal moeten overnemen, en dat is niet gezond. We staan nu zelfs op een breekpunt, want het gaat zo snel dat het bovenmenselijk wordt. De nood aan een trusted partner was dus nooit zo hoog.