Wetgeving speelt een belangrijke rol in de transitie naar een circulaire economie. Europese en nationale kaders, denk aan de Green Deal en het Klimaatakkoord van Parijs, bepalen mee de richting: circulair werken is niet langer vrijblijvend, maar een noodzakelijke weg richting 2050. In de praktijk blijkt dat echter niet altijd evident. Uit onderzoek blijkt dat ruim een derde van de Belgische ondernemingen vindt dat de overheid de stap naar circulariteit eerder bemoeilijkt dan vergemakkelijkt. Tegelijk vindt de helft van de bedrijven strengere regels net essentieel. Hoe kan het dat dezelfde wetgeving tegelijk als een rem én als een motor wordt ervaren?
Waarom wetgeving zowel mee- als tegenwerkt
In de praktijk botsen bedrijven regelmatig op wet- en regelgeving die niet aansluit bij hun dagelijkse realiteit. Een veelgenoemd obstakel is dat regels soms tegenstrijdig of onduidelijk zijn.
Daartegenover staan regels die net voor vooruitgang zorgen. De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) is daar een voorbeeld van. Deze Europese richtlijn verplicht bedrijven om transparant te zijn over hun duurzaamheidsbeleid, doelstellingen en resultaten. Voor veel organisaties betekent dit een aanzienlijke uitbreiding van rapportageverplichtingen. Het kost veel tijd, kennis en middelen om eraan te voldoen, maar tegelijk stimuleert het bedrijven om circulariteit ernstiger te nemen. Ook richtlijnen zoals het verbod op wegwerpplastic (SUP-richtlijn) en nieuwe ecodesign-eisen (ESPR) hebben de voorbije jaren aangetoond dat duidelijke regels bedrijven effectief in beweging brengen.
Niet minder, maar duidelijker
Wat verwachten bedrijven dan van de overheid? Opvallend genoeg vragen ze niet om minder regels, maar juist om duidelijkere en consistentere regelgeving. Ze hebben nood aan voorspelbaarheid, zodat ze weten waarop ze de komende jaren kunnen bouwen. Investeringen in circulaire bedrijfsmodellen vraagt immers tijd, volharing en zekerheid.
Daarnaast kunnen financiële stimuli een doorslaggevende rol spelen. Subsidies, fiscale voordelen of investeringsaftrekken zijn vaak belangrijke voorwaarden om stappen te zetten. Kostenbesparing blijft voor het merendeel van de organisaties de belangrijkste drijfveer om circulair te ondernemen. Een goed doordachte financiële prikkel kan dat effect versterken en versnellen. Uit het onderzoek blijkt bovendien dat een derde van de bedrijven van mening is dat organisaties die in de nabije toekomst niet inzetten op duurzaamheid, simpelweg zullen verdwijnen.
Duidelijkheid = activiteit
Dat duidelijke regels echt een verschil maken, merken we nu al in Vlaanderen. Sinds 2024 bestaat het Materialeninformatiesysteem (MATIS), dat inzamelaars en verwerkers verplicht om afvalstromen gedetailleerd te registreren. Daardoor wordt de hele keten transparanter en kan er gerichter gestuurd worden. Ook de invoering van Vlarema 9, met strengere voorschriften voor afvalscheiding en grondstofverklaringen, biedt bedrijven houvast. Het resultaat: meer duidelijkheid en meer circulaire activiteit.
Samenwerking blijft de sleutel
Hoewel duidelijke wet- en regelgeving kan helpen, mogen organisaties niet blijven wachten op het perfecte beleid. De overheid moet richting geven, maar het zetten van de eerste circulaire stappen blijft in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van ondernemingen zelf. Bedrijven kunnen het zich simpelweg niet permitteren om achterover te leunen tot alle regels volledig zijn uitgewerkt en gecommuniceerd. Wanneer de overheid en het bedrijfsleven elkaar daarin vinden, ontstaat de versnelling die nodig is om de circulaire doelstellingen te realiseren.
Een cruciale factor daarbij is ketensamenwerking. Want circulariteit stopt niet aan de voordeur van een onderneming. Leveranciers, producenten, klanten, verwerkers… ze maken allemaal deel uit van dezelfde keten. Enkel door samen verantwoordelijkheid te nemen, kunnen kringlopen echt gesloten worden. Heldere spelregels maken dat proces eenvoudiger, maar de wil tot samenwerking blijft doorslaggevend.
Van dubbelzinnig naar doelgericht
Het spanningsveld rond wetgeving laat zien hoe complex de weg naar circulariteit is. Regels kunnen soms frustreren, maar ze kunnen evengoed richting en structuur bieden. De sleutel ligt in duidelijkheid, consistentie en samenwerking. Voor bedrijven betekent dit dat afwachten geen optie is, ook al zijn de kaders soms onduidelijk of nog volop in ontwikkeling. Elke stap richting circulariteit is er een die telt.
Begin met het formuleren van duidelijke doelen, meet resultaten en werk samen binnen de keten. De overheid kan het verschil maken door stimulerende en voorspelbare spelregels te bieden, maar de echte motor van de transitie blijft het bedrijfsleven zelf. Uiteindelijk is elk initiatief, hoe groot of klein ook, een stap richting een circulaire economie.
