Reeds meer dan een decennium verschuift men in de informatietechnologie van gecentraliseerde computerkracht naar gedecentraliseerde personal computing. De moderne technologie maakt dit mogelijk door een verdubbeling van de prestaties van de centrale verwerkingseenheid (CPU) binnen de twee jaar (Moore’s wet). We naderen het punt dat de mainframe beschikbaar wordt voor het grote publiek en dat public cloud steeds meer mainstream wordt. Dit maakt ons allemaal mainframe gebruikers op een microschaal met behulp van PC’s, tablets en smartphones.
Alle gegevens die wij produceren en consulteren zijn gecentraliseerd dankzij cloud computing en worden ter beschikking gesteld op elk moment van de dag, en binnen handbereik.
Grote public cloud spelers zoals Dropbox, Spotify, Apple, Google en Microsoft zijn verantwoordelijk voor de verplaatsing van uw gegevens naar de cloud.
Voor degenen die niet meer kunnen volgen, een public cloud is een platform van gedeelde servers, opslag en netwerk capaciteit die eigendom zijn, en worden beheerd door een enkele aanbieder, waarvan Amazon, Microsoft en Google de belangrijkste zijn. Die cloud providers, op hun beurt, verhuren deze resources aan klanten, variërend van kleinere MKB’ers tot en met de Fortune 500 bedrijven.
De verschuiving van public naar private cloud
Public cloud blijkt niet altijd zo interessant als het lijkt, het nieuws gaat dat Dropbox, die reeds ruime tijd gebruik maakte van Amazon Web Services om de bestanden op te slaan, nu al het grootste deel (90%) heeft verhuisd naar haar eigen infrastructuur. Dropbox heeft twee soorten data: metadata van de gebruikers en de bestanden zelf. Ze hadden altijd al een hybride cloud-architectuur, waarbij het hosten van de metadata op hun servers in eigen datacenters gebeurt en het beheren en opslaan van de bestanden op Amazon (AWS).
Er is een zeer dunne lijn tussen de mogelijkheid om uw IT-omgeving snel en betrouwbaar beschikbaar te hebben dankzij public cloud services, en het vertrouwen in slechts één enkele cloud provider. De meeste bedrijven met grote hoeveelheden gegevens om op te slaan en te beheren willen meer dan één service provider om zich toe te kunnen wenden. Want wie wil er afhankelijk zijn van slechts één leverancier voor al zijn bedrijfskritische gegevens?
Zoals het spreekwoord zegt: ‘het is beter om niet alle eieren in één mandje te leggen’
Waarschijnlijk het best bewaarde geheim is dat Apple met behulp van AWS en Microsoft Azure zijn eigen iCloud opslagdienst verkoopt, en nu dus ook Google hiervoor gaat gebruiken. Het lijkt erop dat Apple willekeurige cloud providers zal inschakelen, om zo betere prijzen te kunnen onderhandelen tussen de aanbieders, totdat men hun eigen infrastructuur klaar heeft om zelf iCloud te kunnen hosten en aanbieden. Hiermee lijkt het erop dat ze de Dropbox-strategie zullen volgen.
Ook Spotify is in beweging, maar dan in de tegenovergestelde richting. Tot nu toe had het bedrijf zijn eigen datacenters met servers, steeds dicht in de buurt van hun luisteraars, zodat deze op hun beurt de muziek zo snel als gewenst kunnen streamen. Maar sinds kort heeft het bedrijf afscheid genomen van deze aanpak en maakt het gebruik van het Google Cloud Platform. Zelfs Netflix als beste voorbeeld van een sinds jaren trouwe Amazon klant, maakt nu ook gebruik van Google Cloud voor archiverings-doeleinden.
Veel bedrijven denken aan minimalisatie van de kosten voor zaken zoals het datacenter en eigen servers. Amazon, Microsoft en Google trachten hiervan te profiteren door deze aan te kunnen bieden, in een Infrastructure of Platform as a Service model. Maar ondertussen moeten zij ook nog eens rekening houden met de enorme hoeveelheid data die we met zijn allen per minuut produceren om hun eigen capaciteit blijvend uit te kunnen breiden. Hierdoor worden zij genoodzaakt om te gaan samenwerken onder andere door het delen van hun datacenter footprint onder elkaar, om te blijven voldoen aan de benodigde capaciteit (volume) versus de uptime van hun eigen diensten (waarde), en dit in het voordeel van de consument.
Het zou bijzonder zijn om te zien dat Apple, Google of Microsoft ooit ons de keuze zal geven tussen hun datacenters onderling om gegevens op te kunnen slaan. Interessant, maar het zal waarschijnlijk niet gebeuren.
Peter Witsenburg is cloud-makelaar en actief in de Benelux